BoekenZhighlightZSlider

Het nieuwe boek van Bastiaan Jan Buitendijk, ‘Noblesse oblige’

‘Noblesse oblige’ is een wolf in schaapskleren. Een thriller in de vacht van een familieroman uit de pen van Bastiaan Jan Buitendijk. De eerste zin in het boek luidt: ‘Zou hij haar vermoord hebben?’

Het boek portretteert twee echtparen en huisvriend Max. De hoofdpersonen worden in de jaren zeventig door het lot verbonden en weten elkaar dertig jaar later nog steeds te boeien. De chemie tussen de karakters is blijvend, de reacties door de jaren heen soms ontroerend, soms verwarrend. Van kameraadschap tot lust. De geheimen van de hoofdrolspelers -in een decor van Hollandse adel en Indische cultuur- vormen de rode draad in het verhaal.

Bastiaan Jan Buitendijk (Rotterdam 1951) rolde na de middelbare school al snel het marketingvak binnen. Na 43 jaar met veel plezier voor verschillende multinationals gewerkt te hebben in sales & marketing management slaat hij nieuwe wegen in. Zijn columns, korte verhalen en ‘’six word stories’’ op de Facebookpagina ‘’Schrijvert uit Rotterdam’’ vormden het opstapje naar deze roman. Eerder kwam al zijn boek ‘Kind van de Cameraman‘ uit.

Het horloge op mijn nachtkastje geeft aan dat het half tien is. Toch nog bijna vijf uur geslapen. Joyce ligt op haar linkerzij, haar ogen half open en niet zichtbaar ademend. Ze murmelt iets in haar slaap als ik onder luid gekraak uit bed klauter. De eerste stappen met mijn blote voeten op de houten vloer klinken als het kloven van droog hout. Langzaam lopen helpt niet en Joyce wordt wakker van het lawaai. Terwijl ze zich omstandig uitrekt, probeer ik mij de vorige avond te herinneren. Het begon al met douchen in die stalen cabine. Kennelijk was de vloer niet egaal en de constructie gammel, want het ding schommelde angstaanjagend toen ik instapte. Omdat ik niet al te vast ter been was, moet het zo’n komisch gezicht geweest zijn dat Joyce een lachstuip kreeg. Wanneer achtereenvolgens de handdouche en het zeepbakje met oorverdovend lawaai op de stalen vloer kletteren is het hek van de dam en krijgt Joyce de slappe lach. Over mijn schouder kijkend zie ik haar staan bibberen in haar koude kippenvel, met tranen van het lachen op haar wangen. Als ze haar plas niet kan houden en poedelnaakt het toilet bespringt is er ook voor mij geen houden meer aan. Gillend van de lach kijk ik in het verschrikte gezicht, wanneer haar plas over de neergeklapte toiletdeksel stroomt.
‘Neem nog een cognacje meis, of heb je liever een joint?
‘Kendak* hou op, iedereen kan ons horen.’
Heb je het ook geroken’, fluister ik.
Ja, natuurlijk, het hele huis stinkt naar de canabis.

Uitgeverij: Boek Scout
ISBN: 978-94-022-4031-3