jazzPodiumZhighlight

Joy Wielkens (‘BILLIE!’) heeft meer in haar mars

Enkele weken geleden was de première van de voorstelling ‘BILLIE! Lady Sings The Blues’, waarin de rol van Billie Holiday zeer overtuigend werd neergezet door Joy Wielkens. Zij maakte een zodanige indruk, dat we nieuwsgierig waren naar haar achtergrond, ervaring en vooral haar drijfveren. Joy is actrice en zangeres en bekend van tv, film, toneel en festivals. Ze is te zien geweest en nog te zien in tv-series als ‘’ Van Speijk’, ‘Zwarte Tulp’, ‘Centraal Medisch Centrum’ en theaterproducties als ‘I’m A Soulman’ en nu in ‘BILLIE!’. We spraken dus af met Joy Wielkens in Amsterdam.

Joy is geboren in Amsterdam Osdorp en heeft op een tijdje Hamburg  na, waar ze een rol had in de ‘Lion King’, altijd in Amsterdam gewoond. Al heel jong, toen ze 18 was, is ze naar de Kleinkunst Academie gegaan. Daar werd ze toen meteen aangenomen. “Ik heb er vier jaar kleinkunst gedaan en een jaar Toneelschool”, bevestigt Joy, “En daarna ging ik meteen naar Hamburg. Sindsdien is het nooit meer opgehouden.” Terug in Nederland kreeg ze een rol in de voorstelling ‘Buddy Holly’ en toen volgden tv, film, theater. “Eigenlijk allemaal in de kleinkunsthoek, ook de musicalhoek en daarna kwam het muziektheater. En in de laatste vijf jaar heeft zich dat steeds meer naar muziek verplaatst.”

Niet iedereen heeft de ambitie om het toneel op te gaan, maar willen een ‘normaal’ beroep, zoals in de verpleging of op kantoor. “Ik heb nooit die ambitie gehad”, geeft Joy direct aan, “Ik had het geluk dat ik heel jong aangenomen werd op de Kleinkunst Academie. Ik kwam van de middelbare school en na de zomer zat ik op de Kleinkunst. Ik heb sinds ik ben afgestudeerd alles in het werk gezet om hier mijn geld mee te verdienen, en dat is al moeilijk genoeg.” Los van de ambitie voor iets anders heeft ze ook nooit de tijd gehad om iets anders te gaan doen. “Ik ben én actrice én zangeres. Dus ik heb eigenlijk al twee banen. Weet je, ik zou best heel veel dingen willen doen, maar altijd naast dit. Dit is al heel lang wat ik wil doen. En ik voel me ook echt heel bevoorrecht dat ik dat kan doen. Maar ik denk wel eens van: Stel dat dit nu ineens ophoudt. Je bent 42 en je wordt niet meer voor rollen gecast. Wat ga ik dan doen? Ik heb niets gestudeerd, naast de Kleinkunst Academie. Nee, dit hoop ik nog wel tot mijn zeventigste te kunnen blijven doen.”

Ondanks dat Joy inmiddels 37 is, is ze nog hartstikke single. “Dat is niet best inderdaad”, geeft ze zelf aan, “Mijn verkering is nog niet zo lang geleden uit. Ik had eigenlijk gehoopt dat ik je kon vertellen dat ik leuk getrouwd was, maar dat is niet waar. Het kan zo lopen. Ik ben ook nog nooit getrouwd geweest, maar ik heb altijd wel vriendjes gehad. En op een gegeven moment krijg je ook een leeftijd dat je wat serieuzer gaat worden. En ik vind het de hoogste tijd. En nu moet ik iemand vinden die dat ook de hoogste tijd vindt.”

Een paar jaar geleden maakte Joy de voorstelling ‘Papa Was A Rolling….. Nobody’. Die ging over haar vader die ze nooit heeft leren kennen. “Ik heb drie eigen voorstellingen gemaakt. De eerste was een voorstelling over een reis, die ik had gemaakt naar Brazilië en waar ik voor het eerst liefde had gevonden. Daarna heb ik een tweede voorstelling gemaakt over mijn zwarte identiteit en die derde voorstelling ‘Papa Was A Rolling….. Nobody’ ging over mijn vader.” Het zijn allemaal hele persoonlijke voorstellingen. ‘Papa Was A Rolling….. Nobody’ bracht Joy toen ze 28 jaar oud was. “Ik ben opgegroeid zonder vader; ik kende hem ik helemaal niet. Eén keer heb ik hem gezien, toen ik 9 was. Ik vond het wel tijd om hem te zoeken. Een collegaatje van me zei dat ze het raar vond dat ik daar niet in geïnteresseerd was. Niet om een vader te hebben, maar omdat het misschien interessant was om te zien wie hij is. Ik had het idee toen overlegd met het impresariaat. In het theater verkoop je zoiets twee of tweeënhalf jaar van tevoren. Tegelijk met het ontwikkelen van de voorstelling ben ik hem gaan zoeken. Ik had een naam en een geboortedatum. Die moet ik in die tijd toch wel gevonden hebben, dacht ik Maar dat liep heel anders, want wij konden hem niet vinden. Zelfs via een officieel zoekbureau lukte dat niet. Uiteindelijk werd het een heel andere voorstelling; ik had hem niet gevonden, alleen maar gezocht. En grappig genoeg, het moest zo zijn, heb ik hem dankzij die voorstelling gevonden.”

De KRO had toen een programma: ‘Goudmijn’. Dat ging over mensen, die slechte ervaringen in hun leven omturnden naar goede dingen. “In mijn geval was dat dan opgroeien zonder vader, waar ik wel een heel mooi theaterportret van heb gemaakt. Mijn vader werd herkend aan de hand van een foto die ik in het programma liet zien. En toen heb ik hem gevonden.” Een jaar later zat ze opeens tegenover hem. Ze heeft hem twee keer ontmoet en toen was het eigenlijk ook wel genoeg, geeft ze aan. “Dat was heel raar. Ik was inmiddels 32 toen dat gebeurde en zo’n man zegt je niet zo veel. Of je moet heel erg graag willen investeren in een band. Maar als je merkt dat het van hem niet echt hoeft dan ga je daar niet echt aan trekken. Ik ben heel blij dat ik hem heb gezien, Dat ik hem in zijn ogen heb kunnen kijken. Je bent beiden volwassen mensen. Ik ben heel blij dat hij mijn vragen heeft kunnen beantwoorden, dat hij heel eerlijk was in beide gesprekken. En daarna was het voor mij eigenlijk wel klaar. Het was wel een heftige periode in mijn leven. Vooral om een ander deel van mijzelf te vinden. Mijn moeder is Surinaams en mijn vader komt van Curaçao. (lachend) Een mooie mix van afkomsten.”

De voorstelling ‘BILLIE’ draait nu al een tijdje. Het is een mooie voorstelling en de reacties zijn dan ook goed. “Ja, mensen vinden het erg mooi”, beaamt Joy, “Ik had dat niet kunnen bedenken, want ja, ik kom dus niet echt uit de jazz. Ik voel mij heel gezegend dat ik deze mannen heb ontmoet. Ik ben trots op zo’n niveau muziek te kunnen maken. Dat is waar ik vandaan kom niet echt voor de hand liggend,. Hoewel ik vorig jaar nog wel met het Metropool Orkest zong. Waarschijnlijk stonden de sterren zo, dat de mensen dachten, we moeten Joy nu eens matchen aan hele goede muzikanten. Ik heb Michael (Varekamp, trompettist/zanger in BILLIE, red.) enkele jaren geleden leren kennen bij een Billie Holiday tribute in de Tolhuistuin. Verschillende zangeressen zongen daar elk twee nummers en Michael was een van de begeleiders. Mensen uit verschillende richtingen zongen daar en ik was de theaterzangeres. En ik zong toen al ‘God Bless The Child’. Dat was een hele mooie avond. Het speelde zich af in een tent. Het begon te regenen en iedereen zat er bij elkaar onder een afdakje. Het was een heel intieme sfeer in een tuin. Daar hebben we elkaar ontmoet en blijkbaar is hij dat nooit vergeten. Toen ze zeven jaar later deze voorstelling gingen maken mailde hij me. Zo heb ik hen leren kennen.”

Zoals Joy al zegt komt ze niet uit de jazz zelf. Haar richting is heel anders, maar toch weet ze op overtuigende manier een Billie Holiday neer te zetten. “Ik heb wel altijd veel naar jazz geluisterd”, geeft ze aan, “Naar Ella Fitzgerald bijvoorbeeld. Zondag was voor ons altijd jazzdag. Toen ik tiener was luisterde ik veel naar Coltrane en Billie. Je kent het allemaal wel: 17 jaar en liefdesverdriet. En dan zet je Coltrane op. Je luistert, maar je snapt het verder niet. Je slaat het wel allemaal op en dat is eigenlijk ook met Billie. Mijn moeder had een dikke dubbel-cd van Billie met, zeg 30 nummers. En dat brengt je op het spoor. We keken ook naar Vrije Geluiden en daar was Denise Jannah, die ook op de Billie Holiday tribute was, en die vertelde over ‘Strange Fruit’, wat zij ook ging zingen. En ik dacht: “Ach wat grappig, volgens mij heb ik die op die dubbel-cd zien staan.” Na het programma ben ik die cd gaan pakken en gaan luisteren. En zo heb ik eigenlijk Billie leren kennen. Later op de Kleinkunst was altijd zo’n strijd van “Billie is zo depressief, Ella is leuk en licht.” En dat vond ik toen ineens ook. Heel lang was Ella op mijn radar, maar die Billie-cd ging altijd mee. En er kwamen cd’s bij. Op de een of andere manier verzamelde zich dat allemaal in mijn cd-kast. Het was iets wat mij aansprak. Het zijn legendarische zwarte zangeressen. Ik ben zelf zangeres en het grootste gedeelte van mijn cd-kast bestaat uit zangeressen. Het is maar net waar je voorliefde naar uitgaat. Ik ben heel erg gefascineerd door stemmen; Vrouwenstemmen meer dan mannenstemmen. Ik ben ook meer gefascineerd naar hoe mensen zingen en wat daar onder ligt. Als je naar zo’n plaat luistert dan zijn het altijd van die documentjes. Als mensen het goed doen. Van die levensdocumentjes waar iemand op dat moment doorheen gaat, wat iemand op dat moment belangrijk vindt. En hoe vaker je het beluistert hoe dichter je bij die persoon schijnt te komen.”

Het levensverhaal van Billie Holiday. Iets waar andere donkere artiesten en sowieso gekleurde mensen mee te maken hadden was discriminatie en racisme. “Ik ben van mening dat we allemaal van geluk mogen spreken dat Nederland zo’n welvarend land is. Ik denk dat het anders wel heel anders was geweest hoe we met elkaar waren omgegaan. Want ik denk dat Nederland wel heel erg stoelt op een bouwwerk dat niet voor iedereen even gunstig is. Ik heb de mazzel dat ik entertainer ben geworden, maar ik heb genoeg familieleden die gewoon aan de maatschappij moeten bijdragen. En ik denk dat dát moeilijker is. Dat geloof ik echt, dat je wordt achtergesteld. Het geven van kansen en hoe mensen jou zien en iets gunnen is heel bepalend voor jouw succes. En het gaat dus helemaal niet om of jij en ik die dezelfde papieren hebben. Het gaat over hoe jij in het hoofd zit van bepaalde mensen die jou die kansen moeten geven. Het is misschien niet racistisch, maar het feit dat ik vaak niet voorkom in de fantasie of gedachtes van mensen. Het heeft vaak ook te maken met wat mensen gewend zijn en graag zien. En daardoor blijft dit systeem eigenlijk in stand. En dat is een soort geïnstitutionaliseerd. Dat gaat niet om schelden, maar meer om hoe diep dat eigenlijk zit. Als ik iets schrijf, een fantasieverhaal en ik heb zes personages. Hoe zien die personages er dan uit? Wat speelt er in mijn hoofd?”

We hebben het nu over film of tv-series. Wat opvalt is dat, als er een gekleurd persoon in zit, heerst het rotbegrip ‘de excuusneger’; Die er in moet zitten. “The ‘N’-word. Ja inderdaad en dan is het er altijd maar één. En ook vaak op een positie die dan weer logisch moet zijn. Hij is dus niet de chirurg, dat kan niet, maar hij kan wel de ambulancebroeder zijn. Hij is niet de baas van het restaurant, maar kan wel de ober zijn. En vaak neemt hij dan allerlei migrantenproblematiek met zich mee. Kijk eens om je heen en zie waar deze mensen mee dealen. Het is zo moeilijk om daarmee te breken en het is heel vervelend om daar dagelijks mee te dealen. En dat is waar mensen zich in vergissen. Mensen denken dat racisme is als ik hier op straat loop en mensen noemen mij een vuile neger. Dat is het topje van de ijsberg. Op zich is dat dan ook weer fijn, want dat is heel zichtbaar en je kunt er meteen iets tegen doen. Maar dit is een soort sluipend systeem, dat heel diep zit. Zie daar nog maar eens verandering in te brengen.” Veel mensen van ‘ons ras’, de witte mens, zijn zich helemaal niet bewust zijn van het witte privilege dat ze hebben. “Nee, ik snap het ook nooit helemaal dat wanneer je begint over het witte privilege dan schiet men onmiddellijk in de verdediging. Maar het is gewoon wel zo. Dat betekent niet dat we nu een hele lange discussie moeten gaan hebben over wiens schuld het is. Eigenlijk kun je juist, door te beseffen dat je zo bevoorrecht bent, vanuit die  positie heel veel betekenen voor hen die dat niet hebben. Men moet gewoon zien waar de problemen liggen. Met die hele Zwartepietendiscussie vind ik het heel goed, dat die gevoerd wordt. Het legt zoveel bloot. Dat vind ik er eigenlijk wonderschoon aan. Het legt bloot waar we in de samenleving naar kijken. En het laat zien hoe weinig begrip en geduld we voor elkaar hebben.”

Ook haar vak, theater, is het een heel wit spectrum. “Op de Kleinkunst werd tijdens een evaluatiegesprek gevraagd of ik wit of zwart wilde zijn”, geeft Joy aan, “Wit of zwart? Ik ben toch altijd zwart. Ik moest dan kiezen, of ik ben wit en dan ga je Jacques Brel zingen en naar Toon Hermans luisteren, of je bent zwart dan moet je Aretha Franklin doen. Dat was hun idee van wit en zwart. Maar ja, ik ben zwart, ik ben opgevoed dat je moet weten wat je positie in deze maatschappij is. Je kunt niet kiezen of je wit of zwart bent. Ik wil niet eens kiezen. Ik ben zwart en, om in de woorden van James Brown te spreken, “I’m black and I’m proud.” Dus als ik Jacques Brel zing dan doe ik dat als zwarte vrouw.”

Gelukkig heeft Joy enorme mooie toekomstplannen. “In ieder geval voor dit jaar, want ik ben dit jaar heel druk”, geeft ze aan, “Ik ben natuurlijk én zangeres én actrice en ik ga twee keer aan het toneel dit jaar. Twee hoofdrollen.” 12 maartbegon Joy bij Well Made Productions. Die heeft twee jaar geleden het stuk ‘A Raisin In The Sun’ gemaakt, een heel beroemd Amerikaans stuk, waar twee films van zijn gemaakt, één met Sidney Poitier. Een mooi verhaal dat twee jaar geleden voor het eerst in Nederland speelde. Daar zat ze toen in. Acht jaar geleden is daar een artistieke reactie op geschreven door een Amerikaanse schrijver. En dat stuk, ‘Beneatha’s Place’ gaat nu gespeeld worden. “Dat gaat in mei in de Amsterdamse Schouwburg in première. En daar speel ik nu ook weer in en ik ben Beneatha. Dus dat is hartstikke tof. En na de zomer ga ik ‘The Mountaintop’ doen. Dat is met twee acteurs. Het heeft op West End en op Broadway gestaan met Angela Bassett en Samuel L. Jackson. Dat ga ik met Dennis Rudge doen in samenwerking met De Meervaart. Dat gaan we het hele najaar vanaf september doen. In december is er dan ook nog een kerstproductie bij de Schouwburg Haarlem. Die bestaat dan 100 jaar. En die doen altijd een kerstrevue met Scrooge. En dan ga ik in de zomer ook nog een korte film draaien, waar ik ook nog de hoofdrol in heb. Heel veel hoofdrollen. Dat vind ik wel goed, want ik wilde de laatste drie of vier jaar heel graag naar de voorgrond. Ik zat altijd heel dicht bij de hoofdrol en nu heb ik opeens een jaar lang hoofdrollen. Het is nu zover en nu moet ik het waarmaken. Dat is heel spannend en heel mooi tegelijk. Het is begonnen met ‘BILLIE!’, waar ik een gedeelde hoofdrol met Michael heb. We zijn met zijn tweeën die het verhaal vertellen. Ik vind het een spannend jaar. Alles wat ik roep en wil, dat ik dat ook kan waarmaken. Ik geloof ook dat ik dat kan. En ik geloof ook dat het tijd is. Vooral The Mountaintop is een prachtig verhaal. Ik begrijp niet dat het niet eerder hier is gespeeld. Het is vrij eenvoudig, het is met twee acteurs. Ik ben een van de initiatiefnemers om het te gaan doen. We hebben de Meervaart erbij gezocht omdat we een partner nodig hadden. Maar Dennis en ik en de regisseur hebben vier jaar geleden aan dit stuk gewerkt. De regisseur is regieassistent geweest bij het stuk in West End. Hij vond het toen zo mooi en wilde het naar Nederland halen. We hebben het toen een maand mee gewerkt en een keer gespeeld in het Compagnietheater. Niet echt als productie, maar alleen om aan te proeven. Dat vonden we te gek. Maar dan gaat er een hoop tijd voorbij, er moet subsidie worden aangevraagd. Maar nu is het eindelijk zover dat het gespeeld gaat worden. En daarbij komt dat het dit jaar vijftig jaar geleden is dat Martin Luther King werd vermoord. Dat was op 4 april 1968. Ik ben vorig jaar drie maanden in Los Angeles geweest, september, oktober en november. Daar heb ik ook wel iets nieuws ontdekt. Het is misschien dat ik een kleine droom heb om ooit nog een tijdje in het buitenland te wonen. Nadat van school kwam heb ik altijd gewerkt. Daarin ben ik heel bevoorrecht. Niets veel artiesten kunnen dat zeggen. Ik heb een tijdje in Hamburg gewoond, dat wel. Dat was fantastisch, een prachtige stad. Maar verder steeds in Nederland. Dus Los Angeles, daar wil ik volgend jaar nog een paar maanden naar toe. En wie weet zijn daar mogelijkheden voor me. Je hoort van die verhalen dat mensen met hangende pootjes terug komen. Maar dat geloof ik niet. Als je iets geprobeerd heb kom je nooit met hangende pootjes terug. Ik vind het een hele uitdaging om te zien of ik daar voet aan de grond kan krijgen.”, zegt ze vol overtuiging.

Een van de mooiste lessen  die ze in haar leven geleerd heeft is wel een mooie les. “Hoe je kracht haalt uit duisternis”, geeft ze direct aan, “Een handlezeres heeft ooit gezegd dat ik een gevoelig mens was. Er zijn diepe dalen, maar dat zijn vruchtbare periodes, waar je winst uit kunt halen. Wees niet bang voor tegenslag, leer ervan. Haal kracht uit duisternis.” En hiermee zijn we aan het eind van ons gesprek gekomen. Joy Wielkens is een leuke jonge vrouw, die weet wat ze wil. Ze is gedreven, niet bang voor tegenslag en bereid hard te werken om te slagen in het leven. We zullen nog veel van haar horen.

Joy is deze maand met het theaterstuk ‘BILLIE! Lady Sings The Blues’ nog op een aantal plaatsen in Nederland te zien.

Foto’s (c) Eric van Nieuwland